Les 1

Beginsituatie

De leerlingen weten waar de Gaasperplas is, zij zijn er ook al vaker geweest. De meeste weten waarschijnlijk niet de reden dat de Gaasperplas is gegraven.

 

Leerdoelen leerlingen

• Aan het einde van de les weten de leerlingen waarom en hoe de Gaasperplas is gegraven.
• Aan het einde van de les hebben de leerlingen informatie gezocht in boeken en op de website over de Gaasperplas.
• Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe zij een argument voor of tegen moeten formuleren over het onderwerp ‘de Gaasperplas’.

 

Benodigdheden

• Kennis: geschiedenis over de Gaasperplas
• Boeken over de Gaasperplas.

 

Op de leerlingen pagina

Op de leerlingpagina staan verschillende links en video's over de aanleg van de Gaasperplas en over zandwinning.

 

Lesopzet

Start: Vraag aan de leerlingen wat zij weten van de Gaasperplas. Vertel de leerlingen de geschiedenis van de Gaasperplas, haak daarbij aan op wat de leerlingen al wist.

De opdracht is dat de leerlingen een standpunt innemen, voor of tegen de komst van de Gaasperplas. Ga met de klas ‘terug’ naar eind jaren ’60, de plas gaat gebouwd worden. Daarbij zijn er mensen voor en tegen. De klas wordt straks opgedeeld in groepjes die allemaal een folder gaan maken, voor of tegen de plas. Daarbij gebruiken zij bronnen, zoals de leerlingenpagina. Deze les gaan zij beginnen met informatie opzoeken en argumenten formuleren.

Bespreek hoe een argument wordt geformuleerd. Sommige leerlingen zullen dit al kunnen andere vinden dit nog lastig.

Kern: De leerlingen gaan aan het werk in groepjes van 3 à 4 leerlingen. Deze groepjes worden ingedeeld door de leerkracht. Verdeel de talenten van leerlingen onder de groepjes, zodat iedereen kan uitblinken binnen zijn of haar groepje. De ene leerling is creatief de ander houdt van lezen en weer ander heeft veel overtuigingskracht in zijn of haar argumenten, op die manier zal elke leerling een rol binnen het groepje krijgen. Zorg dat er evenveel groepen voor en tegen De leerlingen zoeken informatie op in verschillende bronnen. Loop veel rond om de groepen te helpen.

Afsluiting: De leerlingen zijn allemaal begonnen met informatie zoeken en ook argumenten formuleren. Het is nog het beginstadium en tijdens de volgende les gaan de leerlingen verder dan gaan zij ook beginnen met het ontwikkelen van de folder. De leerkracht geeft nu feedback aan de hele klas van wat hij of zij deze les heeft gezien en gehoord. Vertel waar het goed ging en geef tips.

 

Differentiatiemogelijkheden

Verlengde instructie: Geef de leerlingen die vast lopen met argumenten formuleren nog een extra instructie. Leerlingen die het wel begrijpen gaan zelfstandig verder. De verlengde instructie duurt ongeveer een kwartier. Bespreek de opbouw van een argument (‘Ik vind …, omdat…’, ‘Het zit zo…, want…’, enz.) en geef veel voorbeelden. Laat de leerlingen ook zelf voorbeelden bedenken. Hierbij kan de leerkracht stellingen aandragen waarop de leerlingen reageren, zoals ‘Op woensdagmiddag moeten de leerlingen ook naar school’, antwoord ‘Ja ik vind dat een goed idee, want dan leren we meer’ of ‘Nee dat is een slecht idee, want de woensdagmiddag is om te ontspannen, zodat we donderdag en vrijdag weer goed aan het werk kunnen’.

Indeling groepjes: Verdeel zelf de groepjes, zodat deze gevarieerd zijn. Zorg dat ieder groepje een leerling heeft die creatief is, een leerling die houdt van lezen, een leerling die presenteren leuk vind, enzovoort. Op die manier kan iedere leerling een nuttige bijdrage leveren aan deze lessen.

Les 2

Les 2

Beginsituatie

De leerlingen hebben al een les besteed aan het leren argumenteren en aan het verzamelen van informatie over het onderwerp.

Leerdoelen leerlingen

Het leerdoel is behaald als de leerlingen aan het einde van de les een overtuigend verhaal hebben geschreven vanuit het standpunt waar ze bij zijn ingedeeld.

Benodigdheden

Voor deze les is informatie nodig over het onderwerp die de kinderen kunnen gebruiken om hun betoog te schrijven. Ze kunnen zelf dingen opzoeken maar het is goed om ook een aantal bronnen aan te reiken in de vorm van boeken of handige artikelen of pagina’s op internet. Deze komen op de leerlingenpagina te staan en zijn in de klas beschikbaar voor alle leerlingen. Verder is materiaal (papier, scharen, lijm, stiften/potloden, computer/printer) nodig om de leerlingen een folder te laten maken mits ze daar aan toe komen.

Op de leerlingen pagina

Op de leerlingen pagina komen allerlei bronnen en hulpmiddelen te staan die de leerlingen kunnen gebruiken om hun betoog en eventueel hun folder te maken.

Lesopzet

Start: De leerlingen gaan verder in de groepjes die in de vorige les gemaakt zijn. Ze gaan bij elkaar zitten zodat ze weer goed kunnen samenwerken. Ze verzamelen alle materialen die ze in de vorige les hebben gebruikt.

Kern: Alle groepen werken verder aan het betoog. Als een groep hun verhaal klaar heeft kunnen ze de overgebleven tijd gebruiken om een folder/flyer te maken met hun standpunten die gebruikt zou kunnen worden om uit te delen of te verspreiden en zo mensen te overtuigen. 

Slot: Tot slot worden alle betogen voorgelezen aan de klas en eventueel de folders gepresenteerd. 

 

Differentiatiemogelijkheden

Tijdens de les/op tempo: de kinderen die al klaar zijn met hun betoog verwerken hun betoog tot een overtuigende flyer/folder.

Tijdens de les/leervoorkeuren: de kinderen kunnen binnen hun groepje zelf taken verdelen op basis van talenten en leervoorkeuren om zo productief mogelijk te zijn. Ook het kiezen van degenen die gaan presenteren hoort hierbij.

Na de les/op niveau: je kan na de les met leerlingen nog verder oefenen met argumenteren en het schrijven van een betoog.