Les 1
Beginsituatie
In groep 1/2 hebben de leerlingen al een keer materiaal verzameld om daarmee te leren wat drijft en wat zinkt. Tijdens die les wordt er al kort verteld dat afval in de natuur slecht is.
Leerdoelen leerlingen
- Aan het einde van de les weten de leerlingen de geschiedenis van de vuilnisman.
- Aan het einde van de les weten de leerlingen wat recyclen is en kunnen voorbeelden bedenken van recycling.
Benodigdheden
De geschiedenis van de vuilnisman, geraadpleegd van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuilnisman
Voorbeeld plaatjes
Op de leerlingen pagina
- Filmpje: Klokhuis – huishoudelijk afval
- Filmpje: Orkest van afval (Engels)
- Voorbeeldplaatjes van recycling
- Bonus: Computerspel met vuilnisman
Lesopzet
Start: Vraag aan de klas wat afval/vuilnis is? Wat wordt daar mee gedaan? Dit kan in een woordweb worden geschreven. Vertel hierna een korte geschiedenis van de vuilnisman, haal de informatie bijvoorbeeld van de link hierboven. Klokhuis heeft een aflevering over huishoudelijk afval, dit filmpje staat op de leerlingpagina en duurt circa 15 minuten. Kijk deze met de leerlingen. Dit kan eventueel ook op een ander dagdeel worden bekeken.
Kern: In het filmpje gaat het in het begin over afval scheiden. Dit gebeurt omdat het dan beter hergebruikt kan worden. Dit is een bruggetje naar recycling. Vraag of iemand weet hoe het wordt genoemd als afval wordt hergebruikt om iets nieuws mee te maken. Bespreek voorbeelden van recycling en laat de voorbeelden van de leerlingpagina zien aan de leerlingen. De leerlingen gaan nu in groepjes een opdracht doen. Iedere groepje krijgt een afvalvoorwerp. Zij moeten met elkaar bedenken hoe zij dit voorwerp zouden kunnen maken. Elk groepje krijgt een groot vel, ze mogen daarop hun ideeën schrijven (steekwoorden) en tekenen.
Afronding: Ga met elkaar het resultaat bekijken. Hang alle bladen op en laat ieder groepje hun werk presenteren. Dit mag heel kort zijn en alle antwoorden zijn goed.
Differentiatiemogelijkheden
Tijdens de les/Leervookeuren: binnen de groepjes kunnen de taken verdeeld worden en kinderen gekozen die gaan presenteren op basis van de leervoorkeuren van de leerlingen.
Les 2
Beginsituatie
De leerlingen wonen allemaal in de omgeving van de school en dus in de omgeving van de Gaasperplas.
Leerdoelen leerlingen
De leerlingen hebben aan het einde van de les bijgedragen aan een schone omgeving rondom de Gaasperplas en ze hebben afwegingen gemaakt over welke afvalmaterialen nog bruikbaar zijn en welke materialen gerecycled moeten worden.
Benodigdheden
Voor deze les heb je vuilniszakken/plastic tasjes nodig om de materialen in te verzamelen. Ook is er een smartboard nodig of een beamer om Google Maps op te laten zien.
Op de leerlingen pagina
Op de leerling pagina staat een link naar de kids pagina van Wereldverbeteraars, een site met spellen, informatie, en kleurplaten over afval en milieu.
Lesopzet
Start: De les vangt aan in de klas. De leerkracht grijpt kort terug op de vorige les over afval verzamelen en over afval verwerken tot bruikbare producten. Dan volgt de uitleg van de huidige les: vandaag gaan we zelf afval verzamelen, maar dan niet op straat of in de wijk, maar bij de Gaasperplas. De docent bespreekt met de groep dat er twee soorten afval zijn die we gaan verzamelen: afval dat bruikbaar is voor ons om te hergebruiken en afval dat we verzamelen om naar de afvalverwerking te brengen. Voor vertrek kijkt de docent met de leerlingen op het smartboard naar Google Maps om te kijken welke route er afgelegd gaat worden.
Kern: De leerkracht neemt de groep mee naar buiten om afval te verzamelen. Onderweg naar de Gaasperplas wordt er stilgestaan bij de bewegwijzering van de fietsroutes en wandelpaden om een beeld te vormen van hoe de locaties zich tot elkaar verhouden. De leerlingen verzamelen op de route en op locatie afval en ze verdelen het over verschillende vuilniszakken op basis van de herbruikbaarheid van het materiaal. Op locatie bespreekt de docent met de groep wat ze al hebben gevonden. Dan wordt er nog een kort spel met de groep gespeeld waarin de docent locaties noemt en de leerlingen in een richting wijzen om aan te geven waar dat ligt ten opzichte van de huidige locatie.
Slot: De groep keert weer terug naar de school en in de klas worden alle materialen die bij de volgende les gebruikt kunnen worden bij elkaar gelegd. Het materiaal dat niet gebruikt gaat worden gaat in de vuilcontainer.
Differentiatiemogelijkheden
Tijdens de les/in groepsindeling: Je kan de leerlingen in deze les vrij laten in hun keuze om in groepjes te verzamelen of alleen als ze dat liever willen om zo bij hun leervoorkeur aan te sluiten.
Tijdens de les/Op niveau: Geef sommige leerlingen gerichte zoekopdrachten: harde materialen, zachte materialen, kleine voorwerpen, grote voorwerpen, licht en zwaar etc.
Tijdens de les/Op niveau: In het aanwijsspel kun je een met het stellen van de vragen en het kiezen van de beurten de leerlingen op niveau bedienen.
Les 3
Beginsituatie
De leerlingen hebben de twee lessen gehad waar afval en recycling centraal stond. In de eerste les leerde zij de geschiedenis van afval en zijn al creatief geweest met het bedenken van recycle mogelijkheden. De tweede les hebben ze afval verzameld om de natuur schoon te maken en om die materialen nu te gebruiken tijdens deze les.
Leerdoelen leerlingen
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een constructie voor een brug gemaakt van afval .
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen verantwoorden waarom zij hebben gekozen voor bepaalde vormen en verbindingen.
- Aan het einde van de les hebben de leerlingen een brug gemaakt tussen tafels waar een kurk op kan staan.
Benodigdheden
- Afval wat de leerlingen hebben verzameld
- Tape
- Scharen
- Lijm
- Papier
- Rietjes
- Satéprikkers
- 5 kurken of legopoppetjes per groepje (iets wat de leerlingen op de brug kunnen zetten om hem te testen).
Op de leerlingen pagina
Hier staan voorbeelden van bruggen ter inspiratie voor de leerlingen.
Lesopzet
Start: pak het verzamelde afval erbij en kijk samen met de klas nog eens wat er allemaal is. Orden het afval op groot en klein, slap en sterk, licht en zwaar, enz. Vertel de leerlingen dat ze met het afval een brug gaan maken tussen tafels. Laat de plaatjes op de leerlingenpagina zien ter inspiratie. Deze plaatjes kunnen de leerlingen erbij houden, voor meer ideeën tijdens het construeren.
Kern: De leerlingen worden in groepjes verdeeld van 3 à 4 leerlingen. Ze moeten een brug bouwen tussen twee tafels die 20 cm van elkaar vandaan staan. In deze brug moet zoveel mogelijk afval worden gerecycled en minimaal 3 stukken afval. Als de brug klaar is, zetten de leerlingen een kurk of legopoppetje (afhankelijk van welk materiaal er in de klas is) op de brug. De leerkracht kan op de kruk een poppetje tekenen. Als de brug het niet houd, moeten de leerlingen de brug verbeteren. Als de brug het wel houdt, mogen zij er nog een kurk of legopoppetje bij zetten. Enzovoort tot er vijf kurken opstaan. Als er vijf kurken opstaan halen zij de leerkracht erbij om het te laten zien. Hij of zij geeft de vervolg opdracht. Als er nog veel tijd is en andere groepjes nog druk bezig zijn met de eerste brug, kan de leerkracht één van de twee differentiatiemogelijkheden op ‘tempo’ gebruiken (zie hieronder).
Afsluiting: Ga met de klas langs alle bruggen lopen. Laat de leerlingen vertellen over hun eigen brug. Vraag aan hen welke keuzes ze hebben gemaakt. Waarvoor is het afval allemaal terug te zien? Lukte het in één keer om er vijf kurken op te zetten? Of hebben ze nog aanpassingen gemaakt? Welke bruggen vinden de leerlingen mooi en waarom vinden zij die mooi?
Differentiatiemogelijkheden
Groepsindeling: als er leerlingen zullen zijn die dit heel moeilijk vinden, in creatieve zin of qua inzicht, dan kunnen er keuzes worden gemaakt in groepsindeling. Zet leerlingen die dit waarschijnlijk goed kunnen bij leerlingen die hier moeite mee zullen hebben.
Tempo: Vraag aan groepjes die eerder klaar zijn om de brug ook mooi te maken, in plaats van alleen maar functioneel.
Tempo: Wanneer de eerste brug af is en aan het leerdoel voldoet en ook al mooi gemaakt is kan de leerkracht opdracht geven om nog een brug te bouwen die verschilt van het eerste exemplaar.
Niveau: Als en groepje het niet voor elkaar krijgt om een brug te bouwen, kan de leerkracht ervoor kiezen om de tafels dichterbij elkaar te zetten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb