Groep 5/6

Les 1

Beginsituatie

De beginsituatie zal onder de leerlingen variëren. Sommige kinderen hebben misschien wel eens iets op televisie (jeugdjournaal o.i.d.) gezien over het klimaat of groene energie. Vanuit de leerlijn van Tule is er nog nooit iets over dit onderwerp aan bod gekomen dus de beginsituatie is afhankelijk van eventuele lessen uit de kleuterklas of informatie verkregen op eigen initiatief.

Leerdoelen leerlingen

De leerlingen kunnen aangeven hoe en waarom mensen vroeger en tegenwoordig gebruik maken van windmolens.

De leerlingen kunnen aan het einde van de les de overeenkomsten en verschillen in vorm en functie aangeven van verschillende zeilboten vroeger en nu.

Benodigdheden

Beamer of smartboard voor het laten zien van filmpjes, afbeeldingen/modellen van zeilboten.

Op de leerlingen pagina

Op de leerlingen pagina komen allerlei video's en bronnen te staan over windenergie en zeilboten en windmolens die de leerlingen voor, tijdens en na de les kunnen raadplegen. 

Lesopzet

Start: de les begint met een filmpje over de uitstoot en vervuiling van energieopwekking. Dan volgt een klassengesprek over manieren om duurzame energie op te wekken en wordt windenergie besproken. Overstap maken van windmolens naar zeilboten als andere toepassing van windenergie. Filmpje of model van een oude zeilboot laten zien. Ontstaan van de zeilboot bespreken. Onderdelen laten benoemen en functie ervan bespreken. Overeenkomsten en verschillen vroeger en nu bespreken.

Kern: De kern van deze les is het doen van een kort onderzoek, het zoeken naar informatie. De leerkracht verdeelt het bord in 4 vakken verdelen (vroeger/nu en windmolens/zeilboten) en verdeeld de klas is 4 groepen. De groepen gaan samen met iPads of computers op zoek naar informatie over windmolens of zeilboten van vroeger of nu (afhankelijk van in welke groep ze zitten)

Slot: Als afsluiting van deze les vullen de leerlingen per groep het spectrum in met alle informatie die ze hebben gevonden. De groepen presenteren kort wat ze hebben gevonden en ingevuld. 

 

Differentiatiemogelijkheden

Tijdens de les/Op niveau: Voor leerlingen die moeite hebben met het zoeken van informatie op internet kun je als docent al wat handige zoekopdrachten voorbereiden of links of boeken achter de hand houden. 

Tijdens de les/Op niveau: Leerlingen die snel klaar zijn kunnen vast beginnen met het invullen van hun deel in het spectrum en nadenken over het presenteren van hun informatie. 

Tijdens de les/in leervoorkeuren: De leerlingen mogen kiezen om samen te werken of alleen te werken. 


Les 2

Beginsituatie

Tijdens de vorige les is windenergie besproken. Dit is besproken aan de hand van windmolens en zeilboten. Leerlingen weten dus wat dit is en hoe het toegepast kan worden. In groep 3/4 hebben de leerlingen al constructies gemaakt met afval, dus zij kunnen al een beetje constructies maken.

Leerdoelen leerlingen

  • Aan het einde van de les hebben de leerlingen een ontwerptekening gemaakt van de zeilboot of windwagentje voorafgaande aan het bouwen van de boot, zodat zij gericht materiaal gaan pakken en gaan bouwen.
  • Aan het einde van deze les hebben de leerlingen een boot geconstrueerd met veel verschillende materialen.
  • Aan het einde van de les kunnen de leerlingen verantwoorden waarom zij hebben gekozen voor bepaalde materialen, vormen en verbindingen.

Benodigdheden

  • Aluminiumfolie
  • Piepschuim
  • Melkpakken
  • Kurken
  • Satéprikkers
  • Papier
  • Breinaalden
  • Rietjes
  • Schoteltje
  • Knex of lego (voor het onderstel van een windwagentje)

Op de leerlingen pagina

  • Filmpje: Huisje boompje beestje à Boten
  • Filmpje: Flip de Beer à drijven en zinken
  • Filmpje: Klokhuis à Strandzeilen
  • Filmpje: Klokhuis à catamaranzeilen

Lesopzet

Start: De leerlingen gaan deze les een boot of zeilwagentje maken. Op de leerlingensite staan vier filmpjes, dit zijn er te veel om allemaal in één keer te kijken. Maak een keuze welke u klassikaal laat zien, verder kunnen leerlingen zelf naar de filmpjes kijken, thuis of tijdens het zelfstandig werken. Bij de differentiatie mogelijkheden staat ook beschreven hoe de filmpjes kunnen helpen bij leerlingen die dit soort vrije, creatieve opdrachten lastig vinden.

Kern: Maak groepjes van 3à 4 leerlingen. Laat de groepjes eerst een idee bedenken op papier (5/10 minuten). Daarbij moeten zij ook bedenken welke materialen zij nodig hebben. Als een groepje klaar is, laten zij de ontwerptekening controleren door de leerkracht. Als de ontwerptekening is goedgekeurd, mogen zij de benodigde materialen pakken en beginnen. Let op de bootjes mogen niet van papier worden gemaakt, want tijdens de volgende les worden de bootjes getest. Hierdoor wordt het niet te druk bij de tafel met materialen en gaan leerlingen met een plan aan de slag. Loop als leerkracht rond op vragen te beantwoorden en te helpen waar dat nodig is. Als een groepje vastloopt help hen dan op gang door ideeën te vertellen. Geef de leerlingen ongeveer 30 minuten om hun boot of windwagentje te bouwen.

Afsluiting: Leg alle zeilbootjes en windwagentjes bij elkaar. Laat de groepjes kort hun werk presenteren. Houdt de ontwerptekeningen er ook bij. Wat voor keuzes hebben zij gemaakt? Vertel dat zij de volgende les de bootjes gaan testen.

Differentiatiemogelijkheden

Pre-teaching: Als er leerlingen zijn die waarschijnlijk moeite zullen hebben met deze opdracht kunnen deze al vast van te voren de filmpjes kijken op de leerlingenpagina. Op die manier kunnen zij rustig kijken en ideeën opdoen. Daardoor zullen zij tijdens de les minder in het diepe worden gegooid.

 

 

 


Les 3

Beginsituatie

De leerlingen weten uit de eerdere lessen over windenergie en zeilboten/zeilwagens en hebben zelf een voertuig gemaakt. In deze les gaan ze de bootjes testen in en langs de Gaasperplas.

Leerdoelen leerlingen

De leerlingen weten aan het einde van de les of hun ontwerpen voor zeilboten/zeilwagens effectief zijn geweest en hebben nagedacht over mogelijkheden tot verbetering.

De leerlingen hebben de route op de kaart geanalyseerd en hebben het na het lopen geëvalueerd.

Benodigdheden

Voor deze les is een smartboard of beamer met Google Maps nodig. De leerlingen hebben de voertuigen nodig die ze met hun groepjes gemaakt hebben. Er is eventueel een draadloos ventilatortje nodig mocht er echt te weinig wind staan om de voertuigen aan te drijven, of er kunnen rietjes gebruikt worden om door te blazen en zo de voertuigen in beweging te krijgen. Voor het bijhouden van de tijd tijdens het experiment is een stopwatch nodig.

Op de leerlingen pagina

De leerlingen pagina van les 2 bevat al filmpjes die ook op deze les van toepassing zijn, omdat de lessen eigenlijk bij elkaar horen.

Lesopzet

Start: De les start in de klas met de beamer of smartboard met daarop Google Maps. De klas analyseert de route naar de Gaasperplas. Er wordt gelet op de looprichting, afstanden, de plekken waar langs gelopen wordt, bezienswaardigheden, ruimtelijke ordening, verkeerssituatie (kruisingen, borden etc.), allerlei dingen waar tijdens de wandeling op gelet kan worden en naar gerefereerd kan worden. Dan maken de leerlingen zich klaar om te vertrekken met hun voertuigen. Voordat de klas vertrekt moeten er binnen de groepjes taakverdelingen gemaakt worden. Er moet een een materiaalchef zijn die verantwoordelijk is voor het voertuig, een uitvoerder bij zijn die het voertuig bedient, een schrijver die de aantekeningen maakt,  een organisator die de taakverdeling in de gaten houdt.

Kern: De leerkracht neemt de leerlingen mee op de wandeling naar de Gaasperplas volgens de route die in de klas besproken is. Tijdens de wandeling stelt de leerkracht vragen aan de groep over de route, bijvoorbeeld over de richting waarin ze zich begeven, over de bezienswaardigheden en de invulling van de ruimte. De kinderen moeten eigenlijk het voortouw nemen in de route en vertellen hoe ze moeten gaan lopen, welke volgende afslag ze moeten nemen enzovoorts. Bij de plas aangekomen volgt het testen van de voertuigen. De landvoertuigen en de watervoertuigen worden klaargezet en de leerkracht legt uit hoe er gewerkt gaat worden. De voertuigen mogen worden losgelaten en de leerlingen meten hoe ver ze komen in 30 seconden tijd. Er kunnen meerdere metingen verricht worden afhankelijk van de wind, de tijd en het succes van de metingen.

Slot: De leerkracht bespreekt met de groep hoe het experiment is verlopen, hoe ver zijn de voertuigen gekomen, zijn de leerlingen tevreden, is het verlopen zoals ze hadden verwacht of gehoopt, wat zijn verbeterpunten aan het voertuig? Wat zou aan het experiment veranderd kunnen worden? Na deze evaluatie gaat de klas weer terug naar school.

Differentiatiemogelijkheden

Tijdens de les/leervoorkeuren: Per groepje moeten rollen verdeeld worden voor tijdens het experiment. Dit gebeurt op basis van de principes van samenwerkend leren. Deze kunnen zo verdeeld worden zodat ze passen bij de leervoorkeuren van de leerlingen. Er moet een een materiaalchef zijn die verantwoordelijk is voor het voertuig, een uitvoerder bij zijn die het voertuig bedient, een schrijver die de aantekeningen maakt,  een organisator die de taakverdeling in de gaten houdt.

Tijdens de les/op niveau: Tijdens de wandeling kiest de leerkracht bewust welke vragen hij aan welke leerlingen stelt om de iedereen op niveau te bereiken 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb